Drie maanden lang jonge duivenvluchten

21-5-2019

Half juni begint het feest al. We volgen het nieuwe vliegschema van het NPO en dat is wel even anders dan we hier gewend waren. En we gaan door tot halverwege september. Wat kom je dan allemaal tegen? Wat is er anders en waar moet je meer dan andere jaren op letten?
 
Verduisteren.
We beginnen dus met een paar opleervluchten in juni. Daarna volgen de vluchten. En dan komt natuurlijk de vraag: hoe houdt ik de jongen zo lang in de veren? De meeste liefhebbers verduisteren de jongen. Zodoende wordt wel de kleine veer geruid maar niet de pennen.  Doe je dat niet, dan is het bijna onmogelijk om de laatste vluchten nog te kunnen spelen. Bij ons in Noord spelen we dan samen met Friesland en dat vind ik een hele goede ontwikkeling. De duivenspreiding is dan groot en de duiven moeten hun eigen weg weten te vinden. Daar leren ze vast en zeker wat van. Over methodes van verduisteren heb ik al vaak geschreven.
 
Bijlichten.
Om de zomer te verlengen (naar achteren te verplaatsen) zal je de duiven moeten bijlichten. Ongeveer 4 weken na de langste dag is vroeg genoeg om er mee te beginnen.
Je kunt dat doen met de gewone peertjes, maar ook met de juiste daglichtlampen. Deze produceren UV straling. Dat heeft invloed op het hormoonstelsel van de duiven. Met name bij de doffertjes. Die worden daar veel actiever van. Let er dan op dat de lamp de juiste kelvin waarde heeft van om en nabij de 5500-5600. Nog belangrijker is de CRI waarde. Dat is het licht van de zon zeg maar.  Het zonlicht is 100. Een CRI van 98 is zowat het beste wat momenteel op de markt is. Een zeer goede lamp is de Philips Master TL-D90 Graphica 36 watt/950 RA98. Wanneer je op de juiste manier bijlicht, zullen de duiven aanmerkelijk beter presteren. Echter, het activeren van het hormoonstelsel is niet zonder gevaar. Hou daarom exact de juiste dag en nacht ritmes aan met de daarbij de bijbehorende schemerzones.  
 
Schemerzones
Om dat goed te doen, moet je de correcte tijden instellen. Op de langste dag is de schemertijd 46 minuten. Dat houdt dus is dat je de dimmer instelt op 4.43 uur. De daglichtlampen moet je dan zo instellen, dat ze om 5.29 uur volop branden. 's Avonds begint dat feest weer, maar dan precies andersom. Je begint met het dimmen van de lamp om 22.00 uur. Om kwart voor elf is het dan volledig donker op het hok. De duiven krijgen zo hun volledige nachtrust. Sjoemel daar niet mee, want duiven staan nog veel dichter bij de natuur als wij mensen. Een in die hogere versnelling draaiend organisme, kan de duif ongeveer 6 weken volhouden. Begin er dus niet te vroeg mee! Wil je de laatste twee vluchten in september top presteren, dan zou ik niet eerder dan begin of half augustus beginnen met bijlichten.
 
Stofwisseling
Als de stofwisseling op volle toeren draait, moet je dus ook veel meer voeren. De duiven verbruiken immers veel meer energie op deze wijze. Het voer moet duidelijk meer energie bevatten en tevens licht verteerbaar zijn. Zeg maar een goede super dieet, super energy of Super Start mengeling is dan geen overbodige luxe. Voer in deze periode gerust 3 tot 4 x op een dag als je de mogelijkheden daarvoor hebt. Na de vlucht zou ik een dierlijk eiwit, zoals ei- of whey eiwit adviseren. We zitten dan immers al midden in het jonge duiven vliegseizoen als de lampen aan gaan. Deze bijproducten zijn zeer snel opneembaar en vormen samen met het licht verteerbare energieke voer voor een snelle en perfecte recuperatie.  
 
 
Training.
Juist om de duiven goed in de veren te houden is training tijdens het vliegseizoen van groot belang. Ik ken vele verenigingen in Duitsland die een eigen vervoersauto hebben. Zij brengen elke woensdag de duiven 100 km weg. Nooit verder. Het zou zeker aan te bevelen zijn om met een transportwagen via de vereniging dergelijke trainingsvluchten te organiseren. Zo houdt je de duiven veel beter in de veren en kun het seizoen langer volhouden. Trainingsvluchten met jonge duiven zijn selectievluchten. Het gaat erom de duiven te selecteren die een goed kompas hebben. Niet alle duiven hebben dat. Een deel van dat soort duiven vind het hok daarom niet terug. Dat soort duiven zijn niet geschikt voor onze sport. Zij worden niet geselecteerd!! Dat is net als bij menselijke sporten. Willem zal niet voor 100 meter hardlopen en ook niet voor het Nederlands voetbal elftal worden geselecteerd.
 
Op weduwschap.
Om het trainen van de jonge duiven te verbeteren is het verstandig, als je daarvoor de mogelijkheid hebt, de duiven op de deur te spelen. Zowel de doffertjes als duivinnen moeten dan apart trainen en komen op de dag van inkorven weer bij elkaar. Heb je die mogelijkheid niet en speel je b.v. op nest, dan is het trainen bij de deur best wel lastig. Je kunt er dan voor kiezen de duiven zelf regelmatig weg te brengen.
 
Voermengelingen.
Voor het vliegen met jonge duiven zijn er mengelingen met wel 30% peulvruchten en ook wel zonder één erwt erin. De vraag is of beide wel verstandig is. Mijn antwoord is nee. Zeker niet. Ik ben van mening dat een uitgebalanceerde mengeling voor jonge duiven niet te veel peulvruchten mag bevatten. We moeten eerder denken aan een procent of tien. Er mag ook best wel een aardig deel gerst en of paddy in zitten om de darmen dagelijks te stimuleren. Meningen dat gerst bijdraagt tot het krijgen van E-Coli deel ik niet. Gerst en Paddy zijn beide licht verteerbaar, en activeren de darmwerking (peristaltiek), zodat er een betere opname van de voedingsstoffen ontstaat. Juist door die actievere darmwerking wordt voorkomen dat er snel problemen ontstaan.
 
Bouwstoffen.
We moeten dus zorgen voor voldoende vezels en voldoende lichtverteerbare bouwstoffen en brandstoffen. Wat zijn bouwstoffen? Dat zijn die stoffen die zorgen voor de opbouw van de spieren, bevedering etc. De eiwitten dus. Nou is het ook zo, dat de jonge duiven helemaal zijn uitgegroeid als ze met de opleervluchten beginnen. We hebben dan alleen onderhoud en herstel van de spieren nodig. Alleen aan het einde van het jonge duiven seizoen. Dan zitten veel jonge duiven al tegen de rui aan en dan is dus iets meer eiwit noodzakelijk. Brandstoffen zijn hoofdzakelijk koolhydraten en vetzuren.
 
Kleine aanpassingen.
Als de vluchten nog heel kort zijn of heel gemakkelijk verlopen, dat kun je wat zuivering of gerst toevoegen in de eerste helft van de week. Daarmee zet je de rem er een beetje op. Krijg je zware vluchten, dan geef je wat hennep, snoepzaad of energie mengeling bij voor als het zwaar wordt ( de laatste dagen voor de vlucht) . Daarmee geven we meer gas.  Klaar is kees. Maak het jezelf niet te moeilijk. Eenvoud is de kracht. Je moet zelf snappen wat je aan het doen bent. Velen lezen voerschema’s en lezen wat ze vandaag weer allemaal in het water en over het voer moeten geven. Morgen staat er weer iets anders op het papier. Je doet maar wat er op staat en weet vaak helemaal niet waarom. Niet doen!! Probeer de grote lijnen te snappen. Het is net als fietsen. Je moet weten waar de trappers zitten en hoe de versnelling werkt. En dan maar fietsen. Je hoeft niet alle tandwielen te kennen en te weten hoe die vernuftige versnelling precies in elkaar zit. Dat moet de fietsenmaker en de fietsenfabrikant weten.  
 
Gezonde darmen voorkomen ziektes.
Voer ze daarom licht in het begin van de week (1 deel zuivering + 3 delen vliegmengeling voor jonge duiven). Geef eventueel een goed product die de pH waarde van de duiven omlaag brengt. Maar overdrijf het niet. De waardes mogen niet langer dan 3 dagen beneden de 5.5 pH waarde zijn. Zo nu en dan wat magere yoghurt over het voer. Zo verlaag je de pH-waarde in de darmen en is de kans op een E-coli uitbraak kleiner.
 
Zware en warme vluchten.
Heet weer en hoge drukgebieden maken de duiven op de vlucht erg dorstig. Door het voer vetrijker te maken, b.v. met een energy mengeling, pinda’s of snoepzaad, voeg je tijdens de vertering vocht toe aan het lichaam. U kunt ook op de inkorfdag 25% tot 30% witte rijst geven. (Sushi of kleefrijst). Dat houdt vocht vast. Dus geen Paddy met al die vezel. Dat neemt geen vocht op maar kost juist vocht om die vezels te verteren. Elektrolyten zijn ook goede vocht vasthouders. Ze bevatten minerale zouten en meestal ook suikers. Bij warm weer zou ik willen adviseren twee dagen voor inkorven elektrolyten te verstrekken in het drinkwater of over het voer. Het kan ook nog op de inkorfdag (in het drinkwater). Neem dan de drinkbak een uur na het voeren weg en vul die met gewoon water. Van die suikers kunnen duiven n.l. dorst krijgen en zo kunnen ze nog weer gewoon water opnemen.
 
Heel veel succes met de jonge duiven.
 
Willem Mulder    
E-mail: matador@xs4all.nl  
Tel: 06 – 48 71 74 75.
-