Artikels en nieuws...
VALSE START VAN HET SEIZOEN 2020.
20-7-2020
Als ik hier in Odoorn met de hond onderweg ben, dan fiets ik eerst een stukje naar het natuurgebied, een eindje verderop. Na 10 minuutjes ben ik dan bij een zeer uitgebreid natuurgebied. Het gebied wordt onderhouden door een grote groep schapen en Ierse koeien. Voordat ik daar ben, heb ik al menige hardloper, mensen op crossfietsen, wielrenners in diverse professionele club outfit tegengekomen. Ik wist nooit, dat “Odoorn” met zijn 1800 inwoners zo sportief was. Het lijkt of ze er hier duizend hebben gedropt. Natuurlijk heeft dat een reden. En die reden kennen we allemaal. Je mag (nog) niet aan wedstrijden meedoen omdat er geen anderhalve meter afstand kan worden gehouden in de meeste sporten. We zitten met de corona op schoot.
Valse start was er ook voor de duivensport in vele landen. Maar gelukkig, we zijn dan toch van start gegaan en het vliegprogramma laat niet met zich spotten. In meerdere afdelingen heeft men kennelijk lak aan de voorstellen van het NPO bestuur en zien we veel meer vluchten dan werd aanbevolen. Vaak zien we dat de duiven, goed voorbereid of niet, ze moeten meteen flink aan de bak. Het vluchtschema gaat met een noodgang naar vluchten boven de 400 km, met alle gevolgen van dien. Tja, we mochten de duiven niet opleren en dan ineens is het volle bak.
Jaarlingen.
De algemene mening van de duivenliefhebber is, dat de jaarlingen het nu maar eens moeten laten zien. Als jonge duif kwam het allemaal niet zo precies. Dat gaat het om het leerproces van inkorven, zich kunnen oriënteren en thuiskomen. Dat hebben de jaarlingen dan wel achter de rug. De uitverkoren jaarlingen zijn echter nog geen ervaren duiven zoals de twee en driejarige. Ze hebben nog geen enkele ervaring met het weduwschap systeem. Dat kost ook een paar weken, vooradat ze dat in de gaten krijgen.
Te late duiven weer invoeren.
Zeker de eerste vluchten komt het nogal eens voor dat er een deel van de duiven een aantal uren later thuiskomen. Ze zijn te ver doorgevlogen. Ze hebben de kop er niet bij gehad en met een groepje andere duiven doorgevlogen. Of wat last van ornithose na een paar koude vluchten. Het nadeel is dat ze dan vaak tegen de wind in weer terug naar het hok moeten vliegen. Deze duiven hebben dan veel meer energie verspeeld. Ze komen thuis en je ziet meteen dat ze flink hebben ingepakt. ( mager zijn geworden). Het kan ook gebeuren dat er jaarlingen pas een dag later terugkomen met dezelfde verschijnselen. Veel duivenliefhebbers zullen deze jaarlingen de volgende vlucht weer mee doen. We kijken vaak te veel naar de punten op de lijst en te weinig naar zijn duiven. Je kunt toch geen vlucht overslaan? ………Maar is dat wel verstandig? Eigenlijk moet je jezelf altijd afvragen, of de duif een eerste prijs kan winnen. Duiven waarvan we denken dat ze misschien toch nog wel een staartprijsje kunnen pakken, horen niet ingekorfd te worden. De kans is groot dat dergelijke jaarlingen dan niet meer thuis zullen komen. Het is veel beter om direct na de vlucht de duiven die later zijn gekomen goed te beoordelen. Beter om ze een weekje rust te gunnen dan meteen de baan weer op te sturen.
Ik ga er zelf altijd van uit dat als duiven binnen twee dagen na de vlucht nog niet 100% hersteld zijn, is er wat aan de hand en kun je die niet inkorven voor de volgende vlucht.
Een weekje thuis.
Maar dan zitten we inmiddels 100 km verderop, hoor ik nu velen al zeggen. Ik kan u zeggen, dat een spong van 100 km voor een fitte duif geen enkel probleem is. Het is heel belangrijk om een goede coach te zijn. Kijk naar uw selectie en stel alleen de gezonde vitale duiven op voor de volgende vlucht. U zult zien dat de jaarlingen die veel later thuis kwamen en niet op tijd weer fit zijn, zich gemakkelijk weer invoegen in het systeem. U zult zien, dat u de juiste beslissing hebt genomen door een goede coats te zijn. Een goede coach denk aan de toekomst van zijn jaarlingen. Daarbij moet gezegd worden, dat jaarling duivinnen zich veel gemakkelijker weer herstellen dan de doffertjes en daarom gemakkelijker weer mee kunnen.
Anders voeren.
Als duiven te laat komen, en vermoeid zijn, zullen ze ook nog eens worden afgestraft door de fittere duiven. Als de etensbak wordt gevuld, staat de fitte en vitale duiven vooraan en de laatkomers mogen de restjes opeten. Veel liefhebbers voeren de duiven volgens een schema en passen die niet aan. Een voerschema is en kan alleen maar een richtlijn zijn en die gaat uit van normale omstandigheden. Je moet dus als liefhebber altijd alert blijven en zo nodig aanpassen.
Geen 3 dagen zuivering maar hooguit alleen op de dag na de vlucht een lichte, vezelrijke mengeling. In de potjes kun je dan een goede kwaliteit eivoer geven. Daarin bevindt zich het licht verteerbare eiwit, dat heel snel wordt opgenomen. Je zult zien hoe gek de duiven daar op zijn en hoe snel de duiven weer herstellen! Dan de volgende dag zou ik meteen een goede vliegmengeling aanbieden. Daarin bevinden zich peulvruchten. Die bevatten het zwaar verteerbare eiwit. Dat hebben de duiven echt ook nodig, als ze het erg zwaar hebben gehad. U zult merken dat de spieren in korte tijd weer hard aan te voelen.
Voorbereidingen: sneller naar 400 km +
Als we sneller naar vluchten gaan boven de 400 km, dan kun je in de voorbereiding daar ook rekening mee houden. De duiven hebben dan wat meer reserves nodig. Dus iets eerder het vliegvoer aanbieden en iets eerder starten met het toevoegen van de energie mengeling. Zeg maar: direct het midfond schema volgen. Je moet het ook niet overdrijven. Van belang is, dat de duiven op het juiste moment worden opgebouwd. Bent u te vroeg met veel voer geven, dan kunnen de duiven op woensdag of donderdagavond misschien al top zijn. Daarna zijn ze nog moeilijk aan het eten te houden. Meestal zijn de duiven dan over de top heen. Ze voelen minder mooi aan bij het inkorven. De kans is groot dat ze afgevlogen thuis komen als ze alweer wind op de kop kregen.
En we hadden ze toch…. Ja, veel te veel op het verkeerde moment. Een doffer is zo rond als een tonnetje in 5 goede voerbeurten en een duivin in drie. Natuurlijk, onder zware omstandigheden zoals extreme kou, wekelijks kopwind of sneller op vluchten boven de 400 km mogen de duiven best wel wat meer vliegvoer hebben. Maar houd uw omstandigheden goed in de gaten. Die zijn namelijk nooit gelijk aan die van uw buurman of van de kampioen.
Voer b.v. voor een fondvlucht ´s morgens een klein beetje meer dan u normaal zou doen en ´s avonds tot 2 of 3 op de 10 duiven water hebben gedronken. Of doe een klein beetje gerst in het voer en voer net zo lang, totdat ze dat laten liggen. Gerst is een goede graadmeter. Zet gerust een potje gerst in het hok, voor duiven die nog niet genoeg hebben gehad. De laatste 5 voedingen kun je de doffers dan goed opvoeren met flink veel snoepzaad, pinda´s, een energiemengeling met hennep of apart erbij.
Meer vetten.
Vetten zijn de benzine voor onderweg. Een duif verbruikt gemiddeld 3 gram vet per vlieguur. Zaak dus, om niet de kilometers, maar juist het aantal vlieguren te tellen. Bij 8 vlieguren tellen we het eerste uur als koolhydraatvoeding. Dan houden we 7 vlieguren over voor vetverbranding. Dus zullen we minimaal 21 gram vet moeten voeren. Dus zal het voer gemiddeld zeker 10% vet moeten bevatten om de duiven zonder hun reserves aan te spreken, thuis te laten komen. In een goed vliegschema is dat ook berekend. (eerste helft van de week 8% en de tweede helft 12% vet).
Voeren met de lepel.
Veel liefhebbers voeren nog met de lepel. Een dessertlepel in de morgen en een soeplepel voor de avond. Koud of warm weer… altijd maar weer diezelfde lepel. Ik ben geen voorstander van afgewogen porties op de weegschaal en ook niet van de lepel. Daar komt nog bij dat er vele soorten lepels zijn. Er zijn er die iets groter zijn dan een koffielepel en ook die ik nauwelijks in de mond kan steken. We moeten veel meer naar de duiven kijken.
Natuurlijk kun je een grote lepel zo vol doen, dat de duiven er een klein beetje van overlaten. Doe je dat zo, dan voer je eigenlijk een soort van volle bak systeem. Duiven kunnen immers kiezen een klein deel laten staan. Je kunt dat doen met verschillende voersoorten of ook met een voer die zeer ruim gesorteerd is en die voldoende vetrijke zaden bevat. Daar moet je de duiven wel ruimschoots voor het seizoen aan laten wennen, anders zal dat niet lukken.
Vluchten van 550 km en meer.
Zijn uw duiven ( op zaterdag) broodmager thuisgekomen en maandagavond nog niet weer hersteld? Dan zit er maar 1 ding op en dat is niet spelen. Anders raak je ze kwijt en dan was dat de laatste fondvlucht in plaats van de eerste. Las ook hier een kleine rustpauze in. Zeker als het jaarling doffertjes zijn. Even terug naar de basis. Wat bakkersgist of dierlijk eiwit over het voer en verder hoofdzakelijk zuivering in de bak met een deel vliegvoer. In het water een ontslakkings thee.
Voordat je weer gaat spelen, moeten de duiven uit zichzelf weer goed gaan trainen. Vrijwillig. Dwing ze dus niet. Laat ze hun gang gaan. Daarna zijn ze weer klaar voor de volgende fondvlucht. Hopelijk een vlucht om nooit meer te vergeten. En die blijf je onthouden. Dan wordt het begin van dit hele vreemde corona jaar snel vergeten.
Veel succes ermee.
Willem Mulder
Tel: (+ 31) 648 – 717475
E-Mail: matador@xs4all.nl