Artikels en nieuws...
Durft de ZLU de uitdaging aan?
15-8-2020
Wat kunnen zoal de redenen zijn waarom er verkeerde keuzes worden gemaakt met het lossen.Zou het kunnen zijn dat de financiën bij de afdelingen een te grote rol spelen?De truck die stilstaat kost immers per dagdeel een hoop geld en een chauffeur ook.Zijn de convoyeurs het na een paar dagen wel zat en willen die gewoon naar huis? Worden er verkeerde inschattingen gemaakt door het IWB ? Zou de deskundigheid aldaar nog verder verbeterd kunnen worden? Beste mensen, ik wil niemand iets verwijten, want we doen allemaal ons best. Ik stel alleen maar een paar vragen.
Mijn ervaring met de ZLU is dat men vooral geïnteresseerd raakt als er door de industrie flinke bedragen gesponsord worden voor het luxueuze “Sterrenshow” met overnachting in de winter. De winnaars zullen er weer op grootse wijze in het zonnetje worden gezet. Het slechte verloop van vele vluchten en de grote verliezen van de duiven zijn we dan al lang weer vergeten. Nou ben ik zelf nooit op deze prijsuitreikingen geweest, dus kan ik er eigenlijk helemaal niets over zeggen. Ook borrelen met de grote kampioenen heb ik nooit gedaan. Ik houd me liever bezig met het welzijn van de duiven, zodat die beter tot hun recht komen. Daar ligt mijn hart. Dat komt dan nooit meer goed met die ZLU en onze Willem zou je zeggen? Nou wat mij betreft wel hoor. Verschil van zakelijk inzicht of het maken van bepaalde keuzes heeft wat mij betreft niets te maken met persoonlijke relaties.
Voer tijdens het transport.
In veel afdelingen en ook bij de ZLU wordt er alleen mais gevoerd. Dat gebeurt al jaren zo en dus blijft dat ook zo. Nietwaar? Alles verandert in de duivensport. Er is meer specialisatie, meer selectie op het verkozen spel, verbetering van het constateren, de voeding, de bijproducten, de medische verzorging, noem maar op. Alles verbetert, maar het verzorgen van duiven tijdens het transport doen we nog net als 100 jaar geleden. Is dat logisch?
Het probleem: de eiwit stofwisseling.
In mais zitten verschillende voedingstoffen, zoals eiwit ( 9% - 10%), vet (4,5%), koolhydraten (70%) en vezels ( 2,4%). De koolhydraten zijn verzamelingen van vele duizenden polysachariden die samen zorgen voor energie en warmte. Warmte? Met dit weer? Ja. Dat is de reden dat duiven juist bij heet weer de mais laten liggen. Wij trekken toch ook geen jas aan als het 30 graden is? Er is dus niets mis met de mais die gevoerd wordt maar wel met de verzorging. Kijken we naar het eiwit, dan kunnen we vaststellen dat dit maar erg laag is en ook nog eens snel verteerbaar. Het percentage vet is ook zeer beperkt, maar dat is geen probleem. De duivenmelker dient ervoor te zorgen, dat de duiven voldoende vetreserves hebben, om de vlucht tot een goed einde te brengen. Vet is n.l. de energie voor onderweg. Waar zit nu dan het probleem? Dan zit hem in de eiwit stofwisseling. Die heeft na een paar dagen niets meer te doen en daardoor stopt deze. De eiwit stofwisselingsmotor gaat uit.
Dan is het zover dat de duiven gelost worden. Als er dan tegenwind is, zullen de spieren extra werk moeten verzetten. Eiwit is de voeding voor de spieren. En dan wordt het probleem duidelijk. Het zal de nodige tijd duren om de eiwit stofwisseling weer op te starten. Ja… en dan komt het dus aan op de kwaliteit en doorzettingsvermogen van de duif zelf. Als de spieren niet goed gevoed worden, gaat dat wel pijn doen. Dan moet er een sterke wil zijn om toch naar huis te vliegen. Het gevolg is dat veel duiven het opgeven en een plekje zoeken om uit te rusten. Afdelingen en organisaties die maar vasthouden aan de wetenschap van 100 jaar geleden zullen merken dat de manden vol met mais liggen en de verliezen groot zijn.
Zuurstof.
De duiven zijn al gaar en “gekookt” als ze uiteindelijk op de losplaats aankomen bij heet weer. Dat heb ik regelmatig horen zeggen. Transport is dus vaak doorslaggevend tijdens de rit naar de losplaats. Het maakt ook verschil waar de duiven in de truck zitten. Natuurlijk willen de afdelingen hier liever geen doekjes over open doen. Het zal ook niet gemakkelijk zijn om alles optimaal in orde te hebben, zodat er voor alle duiven de juiste omstandigheden zijn. Bij de ZLU vluchten is dit aspect wel goed verzorgd. Er zitten standard veel minder duiven in de manden en dat zorgt voor meer zuurstof per duif. En zuurstof is essentieel voor de oriëntatie en de prestaties.
Vocht (waterhuishouding).
Niet alleen de noodzakelijke vetvoorraad beslist over het presteren van de duif. Minstens even belangrijk is de vochthuishouding. Bij het uitademen geven de duiven vocht ( water) af. Bij hogere temperaturen meer als bij lage temperaturen. Door de energie verbranding tijdens het vliegen komt het stofwisselingsvocht vrij. Zolang dit in evenwicht is met de buitentemperaturen ( 5 graden), kan de duif ongestoord en lang doorvliegen. Bij experimenten in het windkanaal, waarbij de duif volop energie heeft “getankt”, blijkt de vliegtijd zich te beperken tot 15 uur ( bij 10 graden) en bij een temperatuur van 15 graden tot 7 ½ uur. Bij 25 graden zakt dat tot 2 uur (!!!) bij een ideale vliegsnelheid!!
De Windtunnel.
Bij ongunstig snelheden ( snellere vluchten) stijgt het vochtverlies nog sneller. Vochtverlies heeft dus grote invloed op het vliegresultaat. Duiven zullen daarom onderweg moeten drinken als het lichaam 4% tot 5% vocht verliest. Bij een vochtverlies van 10% sterft de duif. Vochttekort beïnvloed ook de voeropname. Het vermindert de vertering en de stofwisseling, vertraagt of voorkomt uitscheiding van mest en urinezuur, verdikt het bloed, vermindert het prestatievermogen en de gezondheid. Duiven drinken vaker, als de vluchten langer zijn en des te meer de duiven moeten afwijken van de ideale snelheid en hogere buitentemperaturen. Niet alleen de energievoorraad maar ook de vlieghoogte ( duiven zoeken naar het ideale temperatuur optimum voor de waterhuishouding) en de vliegsnelheid ( duiven stellen zich in op de minst mogelijke energieverbruik). Allemaal geteste wetenschap vanuit de windtunnels.
Terug naar de eiwit stofwisseling.
Is daar dan niets aan te doen? Jazeker wel. Een aantal jaren geleden heb ik op verzoek van Steven van Breemen een Transport mengeling gemaakt voor 2 nachten mand. Deze werd uitgetest in afdeling 7. We hebben een heel testprogramma geschreven en de convoyeurs begeleid. Daar is heel veel tijd en energie ingestoken. Dat leidde er uiteindelijk toe dat de prestaties op veel hokken verbeterden. Dit tot verdriet van enkele liefhebbers die liever zagen dat zij alleen voordeel hadden. Gevolg: sabotage. Maar goed, Afdeling 7 deed na vele jaren echt weer eens mee bij WHZB/TBOTB.
Kun je dat zien als een wetenschappelijk bewijs? Daarvoor hadden we geen directe vergelijking met duiven die op dezelfde vluchten gevoerd werden met mais en dus blijf je “hangen” op aannames. De WOWD had geen interesse dit te testen en er een wetenschap van te maken. Jammer en een gemiste kans denk ik.
Nieuwe Express voeding (2020) voor de overnacht.
Waar moet nu een goed transportvoer aan voldoen? Het zal u wel al duidelijk zijn, dat alleen mais nooit het ideale voer kan zijn. Gemakkelijk voeren is het wel. Maar is dat alleen het belangrijkste? Als we de duiven op de eerste plaats stellen, dan komen we uit op een heel ander voer. In de eerste plaats zullen we ervoor moeten zorgen dat de eiwit stofwisseling niet stopt. Dat is met de juiste voeding zeker te regelen. Daarnaast dienen we te zorgen voor een veel betere vocht regulering. Ik heb nu een nieuwe samenstelling gemaakt die deze elementen optimaal in zich hebben. Een compleet voer, speciaal voor de overnacht, dat veel meer vocht opneemt voor onderweg en zorgt dat de eiwitstofwisseling niet stopt. Komt er dan tegenwind? Geen probleem mee. Ze kunnen hun spieren optimaal blijven benutten. Gevolg is dat er duidelijk meer duiven fit en vitaal thuis kunnen komen. En ja, natuurlijk zullen ook nu de beste duiven weer winnen. Maar thuiskomen of veel duiven verliezen is een groot verschil. Niet alleen fataal voor onze duiven, ook demotiverend voor de liefhebber. De organisatie zoals de ZLU en de afdelingen kunnen op deze manier gedurende het seizoen veel meer duiven inkorven. Interessant? Ik dacht van wel! Is dat een hogere prijs van het voer waard? Of staan de duiven nog niet helemaal op de eerste plaats? We zullen het beleven.
Verschillen.
Welke verschillen zien we bij het voeren van de Express Mix? Kijken we eerst op de losplaats. De duiven eten na een korte gewenningsperiode duidelijk meer voer. Duiven die mais willen eten kunnen dat, want dat is een onderdeel van dat voer. Duiven die ander voer willen eten kunnen dat ook. Het gevolg is dat er meer duiven gaan eten en dus moeten we ze dat ook geven, zodat de eiwit stofwisselingsmotor blijft draaien. Daarnaast zien we direct dat de duiven duidelijk meer water drinken. Dat zorgt voor een betere vertering van het voer en veel meer vochtopname. Heel belangrijk bij warm weer. Dat komt omdat er een flink deel gepolijste rondrijst in zit. Deze rondrijst eten de duiven enorm graag en dat zorgt voor veel vocht opname. Het is daarom zaak de convoyeurs goed te instrueren te letten op de wateropname. Dan op de hokken: daar zien we meer duiven die veel fitter thuiskomen en minder dorst hebben. Er komen ook meer duiven thuis dan men de laatste jaren gewend is. Voorwaarde is wel, dat het werk op de losplaats goed wordt gedaan.
Wie durft?
Ik daag daarom de ZLU en ook afdelingen uit om 1 vrachtauto met deze nieuwe Express Mix gedurende een heel seizoen te verzorgen. In de voorbereiding dienen de duiven dan eerst 2 vluchten te hebben gehad met 2 nachten mand, om aan het nieuwe voer te wennen. In alle andere vrachtwagens blijven we gewoon mais voeren. Heb ik daar zelf belang bij? Beste mensen, ik ben met pensioen!! Maar mij gaat het om het welzijn van de duiven. Niet om te borrelen met de winnaars op de prijsuitreikingen. Nog mooier zou het zijn, als we ook de WOWD erbij kunnen betrekken om de verschillen op wetenschappelijke wijze vast te stellen. Of zijn we bang dat de pleuris uit zal breken? Nee toch? Mais is toch het beste voer? Wie durft?
Willem Mulder
Tel: 06- 48 71 74 75
E-mail: matador@xs4all.nl